AGENT VAN DE STAAT
  Die, die is zo'n agent van de staat,  
die, die denkt te weten met welke tong hij praat 
Hij verkoopt als de beste, de knuppel paraat 
Hij verkoopt als hij lult, hij verkoopt als hij slaat
  
Die, die is vereist voor de wet 
die, die de vrijheid van ieder belet 
Hij neemt als geen ander, hij steelt en bezet 
de straat, je thuis en jou!
  
Als je niet oplet
  
Die, die is zo'n agent van de staat 
die, die niet denkt, die met rug zonder graat 
Hij is het parfum dat nooit de beerput verraadt 
Hij lacht als hij liegt, hij is een schoon apparaat
  
Die, die hebben ze nodig, die diender, 
beambte, bij voorschrift bewapend bediende 
Die, die zelf nooit de vrijheid verdiende, 
getuige zijn volgzame tred, 
  
nooit iets ziende!
  
Die, die had nooit een eigen gelaat,  
die, die is getraind in mechanische haat, 
die níets voelt en nergens, waar hij ook gaat 
want orders zijn orders, verwijt hem geen kwaad
  
want die, de horige, dwingt horigheid af, 
op zijn beurt de baas, instrument van de straf, 
zijn boeien de boeien die iemand hem gaf, 
die zei “hier zijn de sleutels;
  
Nu heb je gezag!”
  
Die, die heeft zich verplicht aan de staat 
Poetst zorgvuldig zijn laarzen, hoewel het niet baat 
want nog zit er bloed aan, het eindresultaat 
“Waarom?” is geen vraag;
  
Hij is agent van de staat!
  
Joke Kaviaar 6/6/07
   | 
Droom De Daad!
  Een mens droomt zachter op de klinkers van de straat 
Een mens droomt beter daar, dan in een kale cel 
Een mens droomt dromen van de vrijheid, van de daad 
Een mens droomt dromen die een ander mens niet raadt 
  
Een mens droomt huizenhoge dromen zonder daken 
Droomt van trappen die er nooit de hemel raken Een mens droomt ruimte zonder grenzen of bevel  
En droomt van plichten die zij liever kon verzaken 
  
Een mens droomt langer dan zij denkt dat er voorbijgaat  
Een mens droomt korter als zij denkt dat zij vergaat 
Een mens droomt dromen als van uren in een tel 
Een mens droomt dromen voor zij aan het vechten slaat
  
Een mens droomt torenhoge dromen en zij valt niet 
Een mens droomt klimmen, vliegen, alles kinderspel 
Een mens droomt revoluties waar zij rijken afschiet  
Een mens droomt alles waar zij anders nooit toe kans ziet
  
Een mens droomt nachtenlang in dronkenschap de dromen 
die zij vergeet voordat ze tot een einde komen 
Een mens droomt dagenlang in weemoed wat zij wel 
zou willen doen om al die dromen te doen stromen
  
En zo loopt de mens de straat op, langs een dure avondwinkel en besluit de droom te doen en nooit ging een droom zo snel  Wordt tot waarheid als het glas breekt, van je rinkeldekinkeldekinkel Dromen dromen dromen – van de daad, een hersenspinsel? 
  
Dromen dromen dromen - dat de straat wordt ingenomen 
Dromen dromen dromen - van de mensen die er komen Dromen dromen dromen - van het recht en van de rel 
Dromen van de dronk en van de vruchten aller bomen
  
Aan ons die allen dromen dat de tralies, muren vallen  
Aan ons die allen dromen, dromen wakker, dromen fel Aan ons die allen dromen, dromen dat de droom van allen Aan ons is om te hebben, op te eisen, te doen knallen
  
Kurken van de flessen met champagne van de dromen 
om te baden in het schuim dat anders nooit ons toe zou komen 
Te doen knallen het geweervuur en granaten als een bel die dan het sein geeft: “Geef je over aan de waarheid van je dromen”
  
Neem je dromen, neem je dromen, droom het hek maar van de dam!  
Hoor de dromen, hoor de dromen roepen: 'Leef als een rebel – 
deel de dromen met je liefde, met je angst en met je gram Opdat de dromen blijven leven, zet de slaap in vuur en vlam!'
  Joke Kaviaar 7/7/06
  
(…en dan komt de daad vanzelf)
   | 
 Het Verenigen Der Stemmen 
Overgeleverd,  
daar waar  
geen  
hemel te zien is 
Waar van buiten  
geen  
geluid doordringt
  
Er is alleen 
het openen en  
het sluiten en 
het uitzicht 
op de muur en 
een deel van  
de gang
  
Droog brood  
te vreten en 
dat hok van  
anderhalf bij  
twee meter en 
dat bankje 
  
We horen  
een man die  
naast ons  
met  
overslaande stem 
jammert en 
aan 't rammen slaat 
om zijn onschuld
  
“Het is voor niks!”
  
Uit de intercom  
komt  
steeds antwoord 
dat hij  
wachten moet en  
tot slot alleen nog 
een geluid 
gelijkend op 
een telefoonlijn 
in gesprek
  
Geen antwoord  
en 
de stilte die 
van seconden 
levens maakt
  
Dan, ergens - 
Is het van  
de overkant? –  
komt gezang van 
ver een land 
van een man
  
Een stem als  
uitgesleten rotsen 
door de gang 
Uit savannen  
waar  
giraffen trekken 
  
over 
't continent van 
Afrika, waar 
wilde rivieren 
naar oceanen 
zich  
een weg banen
  
Zingt daarvan die man?
  
De wanhopige - 
“Het is voor niks!” – 
haakt in, roept 
ook de muze aan 
vanuit Arabia 
Slaat van zich af 
zijn omgeving
  
Zijn wanhoop 
  
Zijn hart stroomt 
mee de gang in 
uit 
Marakesh en 
de Sahara en 
de bergen waar 
kamelen nooit dorstig 
en
  
Zijn rauwe klanken 
versmelten met 
die van de  
andere onbekende 
aan de overkant 
  
Overgeleverd 
zijn we  
nog steeds  
maar niet meer 
afgezonderd 
door de macht die 
zegt:
  
“Wij maken hier 
de dienst uit!”
  
Wij leggen ons  
moede hoofd neer 
en  
luisteren naar  
het  
verenigen  
der stemmen 
  
Joke Kaviaar, 29/6/06
    
 |