Exit Rita Verdonk:
teksten Joke Kaviaar vs. Rita Verdonk
Website Joke Kaviaar onderwerp van verhoor
Je Vrijheid Of Je Leven, Minister!
- "Wie is er ook alweer de baas over deze terreur? Wie zijn ook alweer die Osama's van Nederland? Die wil ik wel ruilen voor al die onschuldige gevangenen!"
"ANDERS STUUR IK NOGMAALS EEN VOGEL!"
Ik daag Rita
uit. (lees verder onder de verklarende afbeelding)
Want ze durft alleen maar tegen
weerloze mensen.
Mensen zonder banden in de Nederlandse democratisch dictatoriale samenleving. Die durft ze wel op te sluiten en honds te behandelen, want niemand kent ze. Ze hebben geen gezicht, geen naam. Daar is voor gezorgd. Maar die mensen hebben NIETS gedaan. Enkel in dit land een goed heenkomen gezocht. Dat is alles.
Ja, ik daag Rita uit.
Om het lef te hebben het op te nemen tegen deze querrelant, die ze niet zo makkelijk kan laten verdwijnen. Dat valt een stuk moeilijker stil te houden.
Imago is alles. Stiekem handelen troef. En als het zo uitkomt, speelt zij graag zelf het slachtoffer. Bah.
Ik schreef het al in Stop Deportaties:
"Sleept u mij dan maar weg, minister Verdonk, want u handelt NIET namens mij. (...) .. ik ben het, die u liever kwijt dan rijk zou moeten zijn, ook al ben ik hier geboren en is dat het enige dat mij voorrecht geeft, want ik houd mijn mond niet dicht en ben dus lastiger dan hen en waarom zou uw handelswijze zich moeten beperken tot de zogenaamde vreemdelingen want we zijn toch allen gelijk volgens de grondwet? Alles is mij liever dan medeplichtig te worden gemaakt aan de misdaad van de deportaties!"
DUS KOM MAAR OP. Anders stuur ik nogmaals een vogel! HUP RITA HUP
Joke Kaviaar 12-12-2005
Download Diss Op Het Nietszeggend Ik en nieuwe diss "Hup Rita Hup" !
UITSPRAAK RAAD VOOR DE JOURNALISTIEK: klacht ongegrond verklaard
EPILOOG bij het einde van deze klucht
Korte impressie zitting van de raad voor de journalistiek
"Je maakt me schuldig medeplichtig, maakt niet uit toch wat ik zeg?
Je maakt me schuldig medeplichtig, maar ik loop toch echt niet weg!"
Het is onderhand een klucht aan het worden. Wie klaagt wie aan, en wie niet? 7 weken na het artikel in de Volkskrant is het nog altijd onduidelijk of de minister nu wel of geen aangifte gaat doen of gedaan heeft. Zou ze begrepen hebben dat het hier om een satire gaat? Of is het de bedoeling de aanklacht achter de hand te houden, als stok achter de deur, om zo mijn persoontje in het gareel te kunnen houden?
Welnu. Ik vind het genoeg geweest met deze vorm van intimidatie van journalist en minister. En daarom plaats ik deze allereerste live opname van de allereerste performance van Dis Op Het Nietszeggend Ik op mijn website. De opname is van eind juli en gemaakt tijdens Ruigoord landjuweel.
Indien minister Verdonk aangifte wenst te doen, gaat ze haar gang maar. Wat ze mij kan laten aandoen, kan nooit zo erg zijn als wat zij duizenden vluchtelingen aandoet, want de tirannie in dit land komt niet van 'de' Islam, noch is Wilders echt gevaarlijk maar slechts een opgeblazen figuur. Pas op voor een regering die waarschuwt voor fascisme, want zij zijn zelf de wegbereiders ervan. Werkelijk gevaarlijk zijn de moraalridders als Verdonk en Balkenende, die in alle stilte verantwoordelijk zijn voor het naar martelingen en dood terugsturen van vluchtelingen.
Klacht tegen Volkskrant bij Raad voor de Journalistiek
ZITTING van de raad voor de journalistiek: vrijdag 3 december, 15 uur. Dan zal de klacht die ik heb ingediend tegen Hoedeman en de Volkskrant worden behandeld. Adres is: Joh. Vermeerstraat 22, Amsterdam. De beklaagde Hoedeman zal er ook zijn. En ik zelf natuurlijk om dat varkentje de oren wassen met zijn eigen beroepsethiek. De zitting is openbaar.
Wil je er bij zijn, meld dit dan van te voren bij de raad, tel.nr. 020-6735727, of fax 020-6799065, of e-mail raad@rvdj.nl.
Op 14 oktober 2004, heb ik bij de Raad voor de Journalistiek een klacht ingediend tegen Jan Hoedeman, journalist bij de Volkskrant, en de redactie van De Volkskrant vanwege het artikel in Volkskrant Magazine op 9 okt. jl. waarin uit het verband gerukte citaten uit Dis Op Het Nietszeggend Ik werden aangehaald in een interview met Verdonk. De klacht richt zich tegen het niet plegen van hoor en wederhoor (ik wist van niets), criminalisering van mij en mijn werk, het voor waakhond spelen voor de politiek enzovoorts. De tekst van de klacht staat HIER.
Een aanklacht van Verdonk? EEN AANKLACHT TEGEN VERDONK!
Sommigen van de lezers hebben het gezien in de Volkskrant van 9 oktober. Ik niet. Ik kwam erachter toen iemand mij het volgende citaat per e-mail stuurde:
"Op tafel komt een gedicht van ene Joke Kaviaar, van internet geplukt. Het is een "Dis op het nietszeggend ik" bestaande uit 15 coupletten: "Geef me kogels om te mikken/zodat niemand hoef te stikken(....)Word je boos Verdonk nu, bang?/ Nou dat duurt niet meer zo lang/want ik doe pang! En kijk je rillen/ Ik doe pang en kijk je gillen."
Verdonk: "Ik kende dit niet. Ik ga er over praten met mijn veiligheidsadviseur en zal aangifte doen als daar aanleiding toe is.”
Prompt krijg ik vragen als 'ben je nog niet opgepakt?' als ik ergens binnenkom. Nee dus.
Nee, ik ben er nog. Verdonk zal het vast anders willen maar of het werkelijk tot een aangifte komt? Het zal een politieke beslissing zijn, of er een juridische basis voor is, weegt slechts in geringe mate mee. Justitie probeert wat af de laatste tijd, snoept de hoekjes van het koekje dat vrijheid van meningsuiting heet. Maar ongetwijfeld beseft onze minister dat een schrijfster laten arresteren, die al een half jaar bezig is met een schrijfactie Stop Deportaties tegen haar criminele beleid, wel eens wat ophef zou kunnen gaan geven, temeer daar die lastige schrijfster nog eens van alles voor elkaar begint te krijgen ook. Ach, trouwe bezoeker van mijn website, u weet het wel. Al die initiatieven die gewoon door zullen gaan of ze me nu in de cel laat smijten of niet. Weet u van niets, kijk dan maar rond. Dan ziet u waarom minister Verdonk het liefst die politieke beslissing neemt om me op te laten bergen, want doodzwijgen gaat niet nu meer en Balkenende staat in zijn hemd als hij zijn dreigende woorden 'handen af van politici' niet waarmaakt.
Intussen voorspel ik dat het duidelijk zal worden welke genocide er achter de schermen plaatsvindt. Vorige week werden kinderen uit een school gesleurd ter deportatie. Bekend beeld? Onlangs snorde ik nog een krantenartikel op gedateerd 5 april 2004, waarin twee klokkenluidende IND'ers een boekje opendeden over het beleid: dat ze alleen maar bezig zijn met het behalen van het vereiste aantal deportaties, dat naar die schrijnende verhalen niet eens wordt geluisterd.
Nooit meer wat van gehoord natuurlijk.
Indien minister Verdonk het in haar hoofd haalt mij aan te klagen, dan klaag ik haar aan, op alle mogelijke manieren. Ik klaag haar nog meer en nog harder aan dan ik nu al doe. En dan justitie: het openbaar ministerie is in wezen niet ontvankelijk, want als je mij aanklaagt, waarom dan niet minister Verdonk wegens bedreiging, op zijn minst? En geen rechter heeft de bevoegdheid om over mij te oordelen onder deze omstandigheden want wat ik doe is een vorm van verzet die volkomen legitiem is en wat is het nu eigenlijk meer dan een beetje burgerlijke ongehoorzaamheid?
Pas nog schreef ik het stuk Het Recht op (zelf)Censuur. Conclusie was dat we voorlopig niet hoeven te vrezen, en met 'we' bedoel ik diegenen die in niet mis te verstane bewoordingen protesteren, dat we in de boeien worden geslagen. Misschien moet ik op die conclusie terug komen, en dat is dan wanneer minister Verdonk het toch niet kon laten haar ware gezicht te laten zien. Een gezicht verwrongen van angst om niets. En waarom? Omdat de zoveelste journalist een wit voetje wilde halen met het aanhalen van een uit zijn verband getrokken citaat dat hij/zij op het internet heeft aangetroffen. Een wit voetje omwille van de primeur. Vorige keer was het NOVA, nu de Volkskrant. Uiteindelijk is iedereen een speelbal van de media, zelfs een minister, die op deze wijze voor het blok wordt gezet, of ze daar nu blij mee is of niet.
Maar voor de duidelijkheid; het is rijkelijk laat. Diss Op Het Nietszeggend Ik staat al twee maanden op mijn website en op vele andere sites en is bovendien gepubliceerd in Kleintje Muurkrant. Volgende publicaties zijn, o.a. met de uitgave van de bundel, onderweg.
Minister Verdonk, de trein is niet meer te stoppen. Springt u liever opzij!
Joke Kaviaar, 10 oktober 2004
Je Vrijheid Of Je Leven, Minister!
|
Politie wilde verhoor vanwege deze website
Op vrijdag 1 september ontving ik een brief van de gemeente politie Zaanstad met een 'uitnodiging' om maandagochtend 4 september om 10 uur op het bureau te komen "in verband met het verstrekken van inlichtingen of een verhoor." Ik ben niet gegaan.
Dinsdagmiddag 5 september om 15.50, werd ik gebeld door brigadier de Boer, die mijn mobiele nummer waarschijnlijk heeft van de domeinregistratie van mijn website.
Hij zei dat hij me had uitgenodigd om een verklaring af te leggen. Ik zei "Ja, dat weet ik,". Daarop vroeg hij waarom ik niet gekomen was. Ik zei: "Daar heb ik geen behoefte aan. Waar gaat het eigenlijk over?" (dat stond niet in de brief).
Hij zei: "Over uw website over Rita Verdonk."
Ik herhaalde dat ik geen behoefte had aan het afleggen van een verklaring en dat ik nu klaar was met dit gesprek. Daarop zei brigadier De Boer dat hij dat ging opschrijven en hing de telefoon op.
Het is me al langer bekend dat politie en justitie voortdurend op mijn website kijken en met name bepaalde pagina's veelvuldig bezoeken, o.a. de pagina Terug Naar Het Taartentijdperk is populair de laatste tijd, en de pagina Doodsoorzaak nr. 1 onder vluchtelingen: Rita Verdonk
Aangezien ik het telefoongesprek zo kort mogelijk wilde houden, heb ik verder niet gevraagd of er een aanklacht was of i.d. Wel is mij bekend dat een burger, een VVD'er en Rita fan, een paar maanden geleden aangifte tegen me heeft gedaan, zover ik weet van belediging en/of smaad en/of laster. Dat weet ik omdat die persoon me dat per e-mail liet weten.
Bij arrestaties i.v.m. akties laat de politie ook regelmatig weten dat ze mijn site hebben bezocht.
Twee jaar geleden overwoog Rita Verdonk zelf al aangifte tegen me te doen wegens bedreiging (zie op deze pagina aanklacht van Verdonk? Een aanklacht tegen Verdonk!) vanwege de tekst van Diss Op Het Nietszeggend Ik. Het ging toen om het vers dat "Ik doe 'pang'" etc. bevat. Ze heeft toen toch maar geen aangifte gedaan.
In december van vorig jaar deed Michiel Smit aangifte omdat hij zich bedreigd voelde door de zinssnede "Die fascist die is al dood" in de tekst van Hup Rita Hup.Daar heb ik nooit meer wat van gehoord. Eerder deed René van Gool, toen nog bij NR, aangifte vanwege de vlagverbranding in september vorig jaar. Dat bleek niet strafbaar te zijn.
Aangezien hiermee opnieuw de vrijheid van meningsuiting dreigt te worden aangevallen en justitie graag van mijn geschrijf af wil, plaats ik vast het nieuwste stuk Verdonk: Brood En Spelen, dat deze week als column op
www.konfrontatie.nl zal verschijnen.
Mijn verzoek aan iedereen is om diverse teksten zoveel mogelijk te verspreiden, links naar de website te maken, mirrors neer te zetten etc. voor het geval justitie overgaat tot het off line halen van mijn website.
Bedankt!
Aanvulling d.d. 9/9/06: Vandaag heb ik op advies van mijn advokaat een klacht politieoptreden ingediend bij de Zaanse burgervader, vanwege (telefonisch) lastig vallen door de politie, zonder dat duidelijk wordt gemaakt of er sprake is van enige verdenking (er is ook niks gezegd over zwijgrecht).
Verder is het afwachten. Politie zit veel op de site. Dit wordt door de teller geregistreerd als:
'informatie en communicatie' of 'ISC Driebergen'
IP nr. 194.151.195.208.
Aanvulling d.d. 23/9/06:
Aangever zocht publiciteit: De man die me mailde dat hij aangifte tegen me had gedaan, blijkt een gooi naar de eeuwige roem te hebben gedaan. Helaas voor hem mislukte dat. Dit is zijn persbericht, dat ik toevallig op het internet tegenkwam.
Aanvulling d.d. 30/9/06:
de Boer handelt in opdracht OvJ Haarlem: De klacht die ik heb ingediend tegen brigadier de Boer is 'behandeld' door de klachtenbemiddelaar, ook een politieman kennelijk, want de brief die ik van hem heb ontvangen, komt bij de politie vandaan.
In de brief staat "dat uit onderzoek is gebleken dat brigadier van politie R. de Boer met u contact heeft opgenomen in opdracht van de Officier van Justitie in het arrondissement Haarlem".
Zoals ik al vermoedde zal er dus inderdaad sprake zijn van een of ander strafrechterlijk onderzoek naar de website. Dan had de Boer dus moeten vertellen dat ik ergens van werd verdacht en waarvan dan, en me op mijn zwijgrecht moeten wijzen.
De klachtenbemiddelaar vindt het maar vreemd dat ik klaag, want ík wilde toch niet spreken met de Boer? Bijna waan ik me in een verhaal van Kafka (Iemand moet Jozef K. belasterd hebben, want...), waarin ik geacht wordt op te komen draven, zonder dat ik mag weten waarom, en vervolgens zelf een klacht moet indienen om te horen te krijgen wat de reden was, aangezien in het telefoongesprek de Boer niet verder kwam dan te zeggen dat het gaat over mijn website.
Een doe-het-zelf-onderzoek dus! Letterlijk staat er dan: "Indien u uw medewerking had verleend had u zo mogelijk op al die vragen een antwoord gekregen." Wat een waanzin. Sinds wanneer moet je medewerking verlenen aan je eigen veroordeling??
Aan het einde van de brief van klachtenbemiddelaar W. Blokker staat tenslotte nog dat behalve de Boer zelf, ook het Parket van Justitie te Haarlem een afschrift krijgt van deze beantwoordingsbrief. En zo begint dit al een aardige continueing story te worden...
|
Klacht tegen Volkskrant bij Raad voor de Journalistiek
Bij deze wend ik mij tot u met een klacht tegen de journalist Jan Hoedeman en de redactie van De Volkskrant. De klacht betreft een artikel in Volkskrant Magazine van 9 oktober 2004. Het gaat hier om het artikel waarin minister Verdonk wordt geïnterviewd.
Een kopie van dit artikel voeg ik bij, de betreffende passage heb ik geel omlijnd. Deze staat op blz. 12.
Ik citeer:
"Op tafel komt een gedicht van ene Joke Kaviaar, van internet geplukt. Het is een "Dis op het nietszeggend ik" bestaande uit 15 coupletten: Geef me kogels om te mikken/zodat niemand hoef te stikken(....)Word je boos Verdonk nu, bang?/ Nou dat duurt niet meer zo lang/want ik doe pang! En kijk je rillen/ Ik doe pang en kijk je gillen."
Verdonk: "Ik kende dit niet. Ik ga er over praten met mijn veiligheidsadviseur en zal aangifte doen als daar aanleiding toe is.”
Uit het gebruik van het woord 'ene' in de zin “op tafel komt een gedicht van ene Joke Kaviaar” blijkt al dat meneer Hoedeman niet de moeite heeft genomen eens goed te gaan kijken wie die 'ene' nu is. Ook wordt niet duidelijk waarvandaan deze meneer het gedicht heeft. Het staat op tal van sites, maar toch vooral ook op die van mijzelf, die eenvoudig te vinden is. Het kan dan ook niet anders of hij heeft mijn website gezien, waarvandaan het tevens mogelijk is om mij een e-mail te sturen.
Zonder mij op de hoogte te stellen, zonder toestemming te vragen, werden twee citaten uit twee heel verschillende strofen van het gedicht 'Dis Uit Het Nietszeggend Ik' uit hun verband gerukt en aan elkaar geplakt. Doelbewust werd hierbij een belangrijke zin, die de suggestie van een bedreiging onmiddellijk ontkracht en bespot, weggelaten. Het is de zin die komt na 'Ik doe pang en kijk je gillen'. Deze luidt: 'Ik doe pang en dat is alles'. Door deze manier van handelen criminaliseert deze journalist mij en mijn werk.
Hoedeman heeft bovendien mij geen gelegenheid gegeven om te reageren. Geen hoor en wederhoor dus. Wel lezen we de reactie van Verdonk die de woorden 'veiligheidsadviseur' en 'aangifte' in één zin in haar mond neemt, hetgeen uiteraard wordt afgedrukt. Een poging tot intimidatie is het feitelijk om dit, voor mij te lezen, zo af te drukken. En wat is er gebeurd met 'onschuldig tot schuld is bewezen?' Hier is nog niet eens politie, geen justitie, laat staan een rechter aan te pas gekomen en mijn gedicht is al een strafbaar feit en ik een verdachte. Althans, die suggestie wordt gewekt.
Over het bestaan van dit artikel ben ik niet ingelicht. Daags na het verschijnen van de Volkskrant stelde een vriend mij per e-mail op de hoogte. De eerste gelegenheid waar ik die middag binnen kwam lopen werd ik verwelkomd met de vraag 'Ben jij nog niet opgepakt?', hetgeen ondubbelzinnig aantoont welke gedachte deze passage uit het artikel bij de lezer oproept.
Dit is niet de eerste keer dat een journalist voor waakhond van politici speelt. NOVA presteerde het een rap van een Haagse groep op te snorren en Hirsi Ali tot het doen van aangifte te bewegen. Van NOVA kan tenminste nog gezegd worden dat zij de rapgroep wel in hun programma aan het woord liet. Nu is het De Volkskrant die deze twijfelachtige rol op zich heeft genomen en ditmaal is het ondergetekende die tot zondebok moet worden gemaakt. Ongetwijfeld hangt meneer Hoedeman geregeld bij Verdonk aan de telefoon met de vraag: 'En? Komt er een aanklacht?' Ronduit riooljournalistiek is dit.
Hoe kunnen wij journalisten nog vertrouwen als zij de rol van waakhond op zich nemen? Wat wilde Hoedeman bereiken door op deze wijze te handelen? Dat hij de volgende primeur zal hebben als het recht op vrijheid van meningsuiting weer eens met een straffe aanklacht de grond wordt ingeboord?
Ik ben al een half jaar bezig met een schrijfactie tegen het beleid van minister Verdonk, waarvan overigens de minister op de hoogte is, aangezien ik niet anoniem mijn kritiek op het beleid wens te uiten. Ik handel dus openlijk, wat ik ook schrijf. Van enige bedreiging kan dan ook geen sprake zijn. Zoals ik al zei, ik heb een website waarop ook dit gedicht is te vinden, naast vele andere protest gedichten, proza etc., en heb bereikt dat er een benefiet manifestatie tegen de deportaties komt, dat een uitgever mijn protestgedichten uitbrengt enzovoorts. Naar o.a. De Volkskrant stuurde ik al meerdere werken, met het verzoek om publicatie in Forum, maar kreeg nul op rekest of helemaal geen antwoord: 'ene' Joke Kaviaar? Van toeval kan haast geen sprake zijn.
Kennelijk vorm ik plots een (politieke) bedreiging, een factor die niet meer kan worden genegeerd. Dan maar een andere strategie dan doodzwijgen. Laten we eens kijken of we de minister van vreemdelingenzaken tot het doen van aangifte kunnen opjutten, want riep Balkenende na de ketchupactie niet 'Handen af van politici!' ? Door zo te handelen meen ik dat meneer Hoedeman politiek stelling neemt en dat er geen sprake meer is van onafhankelijke journalistiek. Sterker nog, hij stuurt er op aan dat mij de mond wordt gesnoerd.
Graag kom ik mijn klacht toelichten. Ik wend mij tot u omdat ik wil dat deze meneer Hoedeman, en de redactie van De Volkskrant, flink op de vingers wordt getikt. Wanneer ik op enigerlei wijze schade ondervind van deze hetzerige manier van werken van meneer Hoedeman, houd ik hem en de redactie van de Volkskrant daarvoor verantwoordelijk en aansprakelijk.
Ik hoop dat de klacht duidelijk is zo en dat deze spoedig kan worden behandeld.
Joke Kaviaar, 14 oktober 2004
|
Welke mening is werkelijk vrij?
Het is goed dat het voltallig Nederlands volk roept 'Vrijheid van Meningsuiting!'. Ik roep dat al veel langer. Het Nederlands volk roept het, omdat het vindt dat je alle Moslims als volk voor geitenneukers uit moet mogen maken. Ja, schelden mag, schelden doet geen pijn. Degene die dit zei, Theo van Gogh, nu op gruwelijke wijze vermoord, zei onlangs ook nog dat je het moest kunnen zeggen als je vond dat Geert Wilders de kogel verdient. Bij de moord op van Gogh is juist laatstgenoemde de persoon die bij de moord garen spint. 7 zetels in de laatste peilingen. Wie er ook garen bij spinnen zijn al die andere enge rechtse clubs, zoals die van Michiel Smit, die onder de noemer Platform voor de Vrijheid van Meningsuiting extreem rechtse leuzen stonden te scanderen op het stadionplein op woensdagavond 3 november.
Het was dezelfde avond dat mijn bundel Paspoort voor de Stateloze werd gepresenteerd, waarin opgenomen o.a. Stop Deportaties, al twee keer gecensureerd waarvan éénmaal met grof geweld (Delft 18 april 2004). Ook opgenomen in de bundel is Dis Op Het Nietszeggend Ik, een gedicht waarin ik met beelden van extreem geweld onze regering een spiegel voorhoud omdat Verdonk doorgaat met mensen bedreigen en deporteren, zonodig met grof geweld, doorgaat met mensenrechten ontkennen en schenden. Een gedicht dus, waarin geweld en dreigementen een centrale rol spelen, op spottende wijze, een hekeldicht, en bovenal een satire op mezelf omdat ik het gevoel heb dat het nooit genoeg kan zijn wat ik doe om niet schuldig, medeplichtig te worden gemaakt aan een beleid van opsluiten, uitsluiten en deporteren. Ik roep namelijk wel een hoop, maar "Ik doe 'pang!' en dat is alles".
Dinsdagavond 2 november hoorde ik dat Verdonk op de Dam was, bij die lawaaiherdenking van Van Gogh, Verdonk 'waarmee van Gogh goed bevriend was', zo werd op de radio verteld. (Later hoorde ik dat ze was uitgefloten, hetgeen zorgvuldig uit het nieuws werd gehouden.) Woest was ik. Woest! Die van Gogh met zijn grote bek! Nu begreep ik waarom ik hem nooit had horen fulmineren tegen het asielbeleid van deze regering. Wat een hypocrisie te zeggen dat je voor de rechten van moslimvrouwen opkomt. Wil je een signaal geven naar moslimfundamentalisten, dan moet je in elk geval geen vrouwen deporteren naar (Islamitische) landen waar hen onderdrukking, besnijdenis, steniging en meer van dat soort gruwelen te wachten staan. Maar nee, die landen zijn veilig voor vrouwen, voor homosexuelen, het lot dat hen daar te wachten staat, valt wel mee. Intussen roepen we hier in Nederland om het hardst dat die akelige besnijdenis van vrouwen verboden moet worden. Terecht natuurlijk, maar wat ik zie, is vooral heel veel selectieve verontwaardiging. Het Vrije Woord waarvoor Theo van Gogh nu tot martelaar wordt gemaakt, is een vrij woord dat zich niet tegen regeringen verzet, maar dat hele bevolkingsgroepen gemakshalve over één kam scheert. Of je daarmee de broodnodige vrouwenemancipatie in de Moslimcultuur nu zo'n grote dienst bewijst, valt te betwijfelen. En de martelaar, die is een martelaar voor (extreem-)rechts, net als Fortuyn. Over de tendens van de verrechtsing van de (Nederlandse) samenleving heb ik al meer geschreven, o.a. in Stop Deportaties. We maken nu nogmaals een flinke ruk de verkeerde kant op mee en het einde is nog niet in zicht.
Ik zag het al aankomen. Vier weken geleden legde een Volkskrant journalist Verdonk de tekst van Dis Op Het Nietszeggend Ik voor. Zij zou toen met haar veiligheidsadviseur gaan overleggen en 'als daar aanleiding toe is' aangifte doen. Waarvan? Van bedreiging? Belediging? Verzint u maar. De Volkskrant en de journalist, Hoedeman, kregen van mij een klacht bij de raad voor de journalistiek aan hun broek. Inmiddels ontving ik via de raad het verweer van de Volkskrant en Hoedeman. Het verweer dateert van 3 november, een dag na de moord op van Gogh.
Het volgende valt op:
Allereerst beweert de journalist aan bronvermelding te hebben gedaan. Toch las ik in het gewraakte artikel nergens op welke website de journalist het gedicht had aangetroffen. 'Geplukt van het internet, een gedicht van ene Joke Kaviaar' is amper een bronvermelding te noemen, het is zoiets als 'gelezen in een tijdschrift'. Erger is echter dit: De journalist vereenzelvigt zich met Verdonk, alsof hij zelf wordt aangevallen. Nogmaals gaat hij op de stoel van politie, justitie en rechter tegelijk zitten. Nogmaals wordt getracht mij te intimideren, zodat ik eindelijk mijn mond eens zal houden en angstig in mijn schulp zal kruipen. Deze krant, deze journalist is NIET onafhankelijk. De normale gang van zaken is: iemand doet een aangifte, de politie pakt iemand op, justitie klaagt aan, de verdachte is onschuldig tot schuld is bewezen en hierover doet een rechter uitspraak. De rol van de journalist is hierover te berichten. Kortom, de Volkskrant en Hoedeman halen alles door elkaar. Bovendien lijkt het erop dat, in voorbereiding op dit verweer, nog even contact is opgenomen met Verdonk, aangezien ik in mijn klacht erop gewezen had dat die belangrijke zin, die elke bedreiging ontkracht en bespot, namelijk "Ik doe 'pang!' en dat is alles", was weggelaten. Het ziet ernaar uit dat Verdonk nog gevraagd is, of zij zich, ondanks de aanwezigheid van deze zin in het gedicht, toch door mij bedreigd voelt en ja, dat voelt zij zich en zij 'overweegt aangifte te doen'. Voor iemand die zegt zich bedreigd te voelen, wacht ze wel erg lang met het doen van die aangifte! Komt die aangifte er nu alsnog, dan is deze niets meer dan een politieke beslissing, een strategische zet. Daar sta ik dan met mijn vrijheid van meningsuiting. Wat is het toch een mooi goed zolang het je uitkomt.
'Er moeten grenzen worden gesteld aan de vrijheid van meningsuiting' heb ik de laatste tijd veelvuldig gehoord. Hiermee wordt de mening bedoeld van hen die regeringsfunctionarissen, zoals ministers, bekritiseren, met woorden aanvallen. Hiermee wordt niet de mening van (extreem) rechtse politici en opiniemakers bedoeld.
Het begint mij onderhand te dagen dat men deze grenzen het liefst zo snel en zo hard mogelijk wil aangeven en ik waan me reeds het proefkonijn waarnaar men op zoek is om een voorbeeld te stellen, want wat is er mooier dan een dichteres aan te klagen die Verdonk 'bedreigd' heeft. Dat het hier om een politieke bedreiging gaat, en niet een persoonlijke, lijfelijke bedreiging, zal men zoveel mogelijk buiten beschouwing willen laten. Ben ik nu een pessimist? Ik weet het niet. De tijd zal het leren. Wat ik wel weet, is dat ik me de mond niet laat snoeren. Ook weet ik dat ik niet de enige ben. De bundel Paspoort voor de Stateloze wordt inmiddels op grote schaal verspreid en zal de komende maanden in veel boekhandels komen te liggen. Op mijn website kun je zien waar ik optreed en wanneer. Ik opereer namelijk niet in het geheim, mijn intenties zijn volledig openbaar en dat wil ik graag zo houden. Geen minister, geen journalist, zal mij dwingen op illegale anonieme wijze mijn teksten en gedichten te publiceren om me zo nog verder te kunnen criminaliseren.
Dus kom maar op, minister Verdonk: U voedt mijn pen!
Joke Kaviaar, 7 november 2004
|
Verweer Volkskrant en Hoedeman
Geachte Raad,
Op 20 oktober ontvingen wij de klacht van mevrouw Kaviaar, die namens haar bij u is
ingediend. De klacht betreft een artikel waarin minister Verdonk wordt geïnterviewd in
het Magazine van de Volkskrant van 9 oktober 2004.
Na gesprekken met chef Magazine, Barbara van Beukering, en Jan Hoedeman volgt hier
onze reactie.
In een serie gesprekken die hebben geleid tot het interview met minister Rita Verdonk
van VreemdelIngenzaken en Integratie in het Volkskrant Magazine van 9 oktober 2004
is het onderwerp van haar veiligheid ter sprake gekomen. Bewindspersonen die tekenen
voor omstreden beleid, moeten heftige reacties vrezen, die persoonlijke beveiliging
vergt.
In die context van fysieke en verbale bedreigingen heeft Jan Hoedeman de minister
geconfronteerd met citaten uit een gedicht, waar de suggestie van schieten op een
bewindspersoon door de dichter is geuit. Dat in het interview de volgens Kaviaar
cruciale passage 'Ik doe pang en dat is alles' is weggelaten en haar criminaliseert, neemt
niet weg dat de minister, die het vijftien coupletten tellende gedicht volledig tot zich
heeft genomen, in deze cruciale strofe geen enkele geruststelling bespeurt. Zij overweegt dan ook aangifte.
Hoedeman heeft aan bronvermelding gedaan en heeft om die reden geen toestemming
gevraagd. Gezien de omvang van het gedicht moest er wel een selectie worden gemaakt.
Er leek hem geen dringende reden aanwezig om wederhoor te vragen bij de dichter,
gezien de helderheid van het gedicht. Er was ook geen dringende reden om mevrouw
Kaviaar van tevoren in te lichten over het interview met de minister.
Met vriendelijke groet,
Pieter Broertjes,
hoofdredacteur
Laatste nawoordje Joke: helderheid van het gedicht? Ik wist niet dat Hoedeman poëzierecensent was!
|
Korte impressie zitting raad voor de journalistiek
Hoedeman: “Ik ben niet bezig mevrouw Kaviaar vervolgd te krijgen. Zij is niet belangrijk. (…) Er zijn andere afwegingen (om niet tot aangifte over te gaan) voor de minister, die meespelen. Ze wil niet dat de dichteres een martelaar voor het vrije woord gaat worden”.
Zo waren niet de exacte bewoordingen, maar het kwam er ongeveer op neer. De wijze waarop de journalist zichzelf verdedigde. Hoe hij verdedigde dat hij gepoogd had Verdonk tot aangifte tegen mij te bewegen door haar het gedicht Dis Op Het Nietszeggend Ik voor te leggen. Hoe hij verdedigde dat in het verweer van de Volkskrant van 3 november, een maand na het artikel in Volkskrant Magazine, werd gesuggereerd dat met Verdonk nogmaals was gesproken en dat zij nog altijd aangifte 'overweegt'. Niets van dat al is belangrijk of waarheid nu, zo plotseling tijdens de zitting voor de raad. Overigens zat er verder weinig nieuws bij in zijn verdediging en herhaalde hij veel uit het verweer van de Volkskrant van 3 nov. jl. waarop ik wel uit had willen roepen: “Maar waarom zitten we hier dan?!”
Ach, ik zal het me allemaal verbeeld hebben! Welnee, ik werd niet gecriminaliseerd. Welnee, een journalist citeert een dichter en dat mag toch?
“Je zult ze maar de kost moeten geven, al die dichters die zonder wederhoor geciteerd worden”, zo eindigde zijn pleidooi.
Ach, arme Hoedeman, hij weet zelf niet eens van de hoed en de rand. Hij kan nog geen poëzie van een dreigement onderscheiden. Laat staan het verschil zien tussen citeren uit een gedicht, zoals mij al zo vaak in totaal onschuldige context is gebeurd en hetgeen doorgaans geen reden tot klagen geeft, en trachten iemand zwart te maken.
In het verweer van de Volkskrant stáát het nota bene, dat het gedicht erbij gehaald en geciteerd wordt in verband met een context van bedreigingen. Níet in de context van het beschrijven van een literaire gebeurtenis. Níet in de context van het recenseren van mijn bundel. Nee, in een context van bedreigingen. Dat is toch heel wat anders, goede man?
Dus waarom zaten we daar dan vanmiddag? Omdat ik niets beters te doen heb dan het aanklagen van journalisten? Omdat de minister erom gevraagd heeft voor het karretje van de pers te worden gespannen?
En Verdonk? Allicht was deze vanmiddag de grote afwezige. Waarom zou ze ook? Die heeft wel wat anders te doen. Zoals het doen uitgaan van brieven waarin staat dat als je binnen 28 dagen niet oprot uit dit land, dat je dan uit huis wordt gezet, opgesloten en gedeporteerd, desnoods met geweld. En ik? De dichter met een dissie? Ik mocht de raad nog eens haarfijn uitleggen wat ik toch bedoelde met dat gedicht. Een uitleg die ik hen rustig en vriendelijk heb gegeven. Een uitleg die ook Hoedeman had kunnen krijgen, wanneer hij de moeite had genomen zoiets als wederhoor toe te passen. En ach en wee, ik gebruik een pseudoniem, dat staat toch gelijk aan anonimiteit? Een pseudoniem waaronder menigeen mij al tien jaar kent. Zou ik mijn echte naam er nu plots onder hebben gezet, dan zouden velen hebben gedacht; wie is dat? En nogmaals legde ik uit hoe makkelijk ik te vinden ben met mijn website, dat een ieder mijn optredens kan bezoeken en mij bij allerhande gelegenheden kan treffen, en dat ik per e-mail benaderbaar ben. Dat dit voor Hoedeman te moeilijk was, valt niet aan digibetisme te wijten maar aan pure onwil. Daar zat hij dan als onschuldig reporter te doen of hij goed lezen kon. 'Ik doe pang' is wat anders als 'Ik zeg pang', zo verdedigde hij zijn suggestie. En weer ontbraken de aanhalingstekens rond het woord 'pang'. En zowaar, een van de leden van raad erkende dat noch Hoedeman, noch de leden van de raad, een oordeel over poëzie konden vellen, zoals ik even tevoren van onze razende Volkskrant reporter had vastgesteld. Kijk, dát is nu inzicht. En nogmaals citeerde Hoedeman verkeerd uit het gedicht: “Ik wil met Rita op één cel en dan spring ik kots ik trap ik (etc.)”.
“Spring ik”?
Volgens mij staat er “Spuug ik”, Jan!
Enfin, zo ging het nog even door. Klik hier voor de 'pleitnotitie', zoals de raad het noemde, die ik tevoren had geschreven ter voorbereiding op mijn mondelinge toelichting (en ik voelde me ineens een waar advocaat, alleen de toga ontbrak). Daar staat zo'n beetje alles in dat ik nog te zeggen had over deze klucht.
De raad doet over 6 tot 8 weken uitspraak. Zodra die er is, maak ik er melding van op mijn site. Overigens heeft de raad mijn site zonder moeite kunnen vinden, alle leden hadden er prints van; van de homepage, van de dis en wat al niet meer.
“We weten u te vinden,” en zo is het maar net, en dat is de bedoeling, en zo eindigt al weer bijna de serie 'Volkskrant – wordt vervolgd'. Nu alleen nog die definitieve kogel van Verdonk door de kerk: doet ze het wel of doet ze het niet?
Intussen… Download hier de rapopname van Diss Op Het Nietszeggend Ik! (5,50mb)
Ik doe 'pang!', net echt…
Joke Kaviaar 3 dec. 04
|
Voorbereiding mondelinge toelichting ofwel 'pleitnotitie'...
De journalist heeft in een interview met minister Verdonk in Volkskrant magazine van 9 oktober suggestief en onjuist geciteerd uit het door mij geschreven gedicht 'Dis op Het Nietszeggend Ik'.
Suggestief is het dat zinnen uit verschillende verzen zodanig achterelkaar zijn gezet dat er van bedreiging sprake lijkt te zijn. Suggestief is tevens het doelbewust achterwege laten van zinnen waaruit blijkt dat hier sprake is van spot/satire.
Onjuist is het niet plaatsen van de aanhalingstekens rond het woord 'pang!'. Aanhalingstekens waaruit blijkt dat 'pang!' hier wordt gesproken, niet geschoten (en dus spot is).
De journalist heeft geen contact met mij opgenomen om mij te vragen wat bedoeling en achtergrond van het gedicht zijn, ook niet om een reactie te vragen op hetgeen Verdonk had gezegd.
Geen wederhoor dus. Hij had mij via mijn website kunnen vinden. Ik zou wel eens willen weten hoe en waar hij het gedicht gevonden heeft trouwens (Welke zoekopdracht? Kende hij mij al van naam? Ofwel: waarom ik, waren er geen echte bedreigingen te vinden?).
In elk geval, zelfs al vond hij het gedicht ergens anders dan op mijn eigen website, een simpele zoekopdracht bij Google had hem snel op mijn website gebracht, waarvandaan ik te e-mailen ben. Voorts had de journalist dan kunnen weten dat hij met een dichteres te maken heeft, die meer heeft geschreven dan alleen 'Diss Op Het Nietszeggend Ik', die publiceert en optreedt en dit alles aankondigt, en dus aanspreekbaar is en geen anonieme en niet op te sporen bedreiger is, zoals gesuggereerd met dat 'ene Joke Kaviaar'.
Vervolgens laat de journalist de minister spreken. Haar reactie suggereert, zoals geciteerd in de Volkskrant, dat hier wel sprake zal zijn van een strafbaar feit. Deze handelswijze leidt tot criminalisering, is hetzerig, en wekt de indruk van partijdigheid, namelijk voor de minister. De onafhankelijkheid en objectiviteit van de pers is hier verdwenen.
Wat waren hiervan de gevolgen: men vraagt mij nog regelmatig of ik niet opgepakt had moeten zijn.
Dit laat zien dat het effect van deze handelswijze daadwerkelijk criminalisering is. Verder de afzegging van een dichter die mee zou doen aan een door mij georganiseerde manifestatie tegen het beleid van Verdonk, uit angst te worden meegecriminaliseerd met mij, omdat ook ik daar zou optreden.
Risico was - en is - bovendien het voor eigen rechtertje spelen van extreem rechtse lieden die in deze kwestie de niet-vervolging zouden kunnen zien van iemand die, naar hun onjuiste informatie, een minister zou bedreigen. Dit risico is niet te verwaarlozen omdat ik, zoals reeds gezegd, mijn optredens aankondig. Ik ben dus een makkelijk doelwit, en weiger overigens mij te gaan verschuilen.
Daar komt nog eens bij dat ik niet door Hoedeman op de hoogte ben gesteld van dit artikel, met als gevolg dat ik onwetend en onvoorbereid zou zijn geweest indien zich iets had voorgedaan.
En dat vindt de Volkskrantredactie in haar verweer 'geen dringende reden' om mij in te lichten?!
Ondanks dit alles echter, of beter gezegd juist hierom, heb ik besloten het gedicht in mijn bundel Paspoort voor de Stateloze op te nemen, zoals gepland, en heb ik een live opname van het gedicht op mijn website gezet. Het zal Hoedeman niet ontgaan zijn, en zoniet: bij deze. Om duidelijk te maken dat een journalist een dichter de mond niet kan laten snoeren.
In het verweer van de Volkskrant en Hoedeman stelt men dat het gedicht helder is. Ik vraag me af of meneer Hoedeman soms poëzierecensent is. Volgens mij niet, dus dit kan hij niet beoordelen en dat blijkt ook uit het feit dat het Hoedeman is ontgaan dat er aanhalingstekens staan rond het woord 'pang'.
Men trekt uit die 'helderheid' de conclusie dat niet aan wederhoor hoefde te worden gedaan. Onterecht.
Ook stelt de Volkskrant dat aan bronvermelding is gedaan en dat toestemming vragen daarom niet hoefde. Maar 'geplukt van het internet' is amper bronvermelding te noemen. Het is zoiets als 'gevonden in een tijdschrift'. Bronvermelding is de URL van een website in dit geval.
Deze toestand lijkt op die van Nova en de Haagse rapgroep met de Hirsi Ali Dis. Ook daar vond een journalist een tekst op het internet die mogelijk als bedreiging zou kunnen worden opgevat. Ook daar liep de journalist naar de politica, in de hoop dat zij aangifte zou doen.
Echter, belangrijk verschil: Nova gaf de rapgroep de gelegenheid haar verhaal te doen. Wederhoor.
Ander verschil: Hirsi Ali deed aangifte. De bandleden zaten twee weken vast.
Hangt zoiets mij – nog altijd, en nu wel of niet – boven het hoofd? Het begint een klucht te worden. Het is lachwekkend te zien hoe deze journalist vergeefs tracht mij te laten opsluiten ten behoeve van zijn primeur. De minister zegt, zo suggereert de Volkskrant, tot twee maal toe aangifte te overwegen, maar nog altijd gebeurt er niets.
Twee maal:
Eerste maal in de krant, maar dan niet in die woorden, ze zegt dat ze gaat 'overleggen met haar veiligheidsadviseur en aangifte zal doen als daar aanleiding toe is'.
Tweede maal: in het verweer van de Volkskrant. 'Zij overweegt dan ook aangifte'
Of was het toch één keer? En wel al meer dan acht weken geleden? Ik vraag me dan ook af of de Volkskrant t.b.v. het verweer Verdonk nog even gebeld heeft op of voor 3 november, en of zij voor een tweede maal gezegd heeft aangifte te overwegen (vier weken na de eerste keer).
Of is het zo, dat in het verweer gerefereerd wordt aan het oorspronkelijk interview?
In elk geval lijkt me dit na twee maanden niet meer dan een intimidatie spelletje. Ik trek deze conclusie omdat ik niet nader wordt ingelicht. Noch door de journalist, die de zaak niet na lijkt te volgen, maar ook dat weet ik niet zeker en zou ik wel eens willen weten. Noch door de minister, die de mogelijke aangifte wellicht als een mooie stok achter de deur ziet of misschien, in tegenstelling tot Hoedeman, inmiddels heeft ingezien dat ze door mij slechts in het ootje wordt genomen.
Niettemin, het effect hiervan is onzekerheid. Het blijven beantwoorden van de vraag 'Heeft Verdonk je nu aangeklaagd?' met 'Geen idee…'
Indien de journalist het antwoord hierop wel heeft, zou het wel zo eerlijk zijn mij mede te delen hoe de 'zaak' of 'geen zaak' ervoor staat. Indien hij het antwoord niet heeft: Hij is er aan begonnen, maak dan het werk ook af.
Dit gebeurt niet. Waarom? Ik denk dat Hoedeman wel weet dat die aangifte er niet komt en nu gezichtsverlies vreest, voortvloeiend uit het niet doen van aangifte door de minister.
Niettemin; zelfs al zou Verdonk inmiddels aangifte gedaan hebben, zelfs al zou ik vervolgd en veroordeeld worden vanwege het schrijven en publiceren van een gedicht, dan nog past het de journalist niet om hierop vast een voorschotje te nemen. Journalisten dienen niet voor opsporingsambtenaar te spelen en dichters en rappers van bedreiging te betichten, of zulks te suggereren. Zij zijn geen officier van justitie en geen rechter. Zij doen verslag.
En dus is hetgeen Hoedeman heeft gedaan in elke omstandigheid fout, want in het artikel ben ik al zo goed als veroordeeld. Dan sta ik liever voor een rechter, want daar kan ik verdediging voeren. Wederhoor heet dat in journalistieke termen. En dan ben ik onschuldig tot schuld is bewezen.
Kortom: Hoedeman heeft mij een fundamenteel recht ontnomen, een recht dat in een proces vanzelfsprekend is.
Ik vraag de raad dan ook deze mislukte stunt van Hoedeman scherp te veroordelen en mijn klacht gegrond te verklaren, en ik hoop dat dit een signaal zal zijn naar de media om niet voor waakhond voor politici te spelen: laat dichters dichten, schrijvers schrijven, rappers rappen en blijf van de vrijheid van meningsuiting af!
Joke Kaviaar 3-12-04
|